Uitgelicht 7

Joep Leerssen

Wat was dat vreemde holle gevoel dat de afgelopen week aan ons heeft geknaagd?... Juist! Er was geen Vlag van de Dag geweest...
Daarom dit keer, met excuses, een extra fraai exemplaar.
Lees meer onder de foto...

De H. Cecilia, patrones van de muziek en van de muziekverenigingen, prijkt op veel vaandels uit veel periodes. Meestal met haar middeleeuwse attributen, een orgeltje of een harp. Op dit vaandel is ze wel heel eigentijds neergezet, een “babe” in een glamour-stralenkrans, met het instrument bij uitstek van de moderne vrouwelijke harmonieleden, de dwarsfluit. De aloude eikenkrans daarentegen is minimalistisch gestyleerd.

Continue reading

Uitgelicht 6

Joep Leerssen

Een vroeg vaandel, midden 19e eeuw, met kenmerkende eigenschappen voor die periode. De adellijke tradities die het Limburgse platteland beheersten stralen er vanaf: de geaccolleerde wapenschilden van de beschermheer en -vrouwe domineren.
Lees meer onder de foto...

De woelige jaren 1830-1848 waren voorbij, Limburg had zijn status aparte als Nederlands hertogdom en lidstaat van de Duitse Bond, verenigd ook in het in 1853 heropgerichte Bisdom Roermond.
In deze jaren kwam cultureel verenigingsleven op het platteland aarzelend van de grond, mede dankzij de Cecilia-beweging in de RK Kerk, die de stichting van parochie-zangkoren stimuleerde, wat dan weer een impuls gaf aan het algemenere muziekleven op parochie-niveau. Met name waar naast de dorpspastoor ook een kasteelheer over het wel en wee van de gemeenschap waakte zien we vaandels uit deze jaren (bijv. ook in Schaesberg en Stein).
Over de heraldiek was nagedacht. De wapenschilden van twee echtgenoten zijn als huwelijksverbinding "geaccolleerd", onder een gemeenschappelijke kroon geplaatst. Ze zijn ovaal van vorm, wat er op zou kunnen wijzen dat degene die het wapen voert (en de vlag heeft geschonken) de vrouw is. Uit de kroon rijst de tweekoppige rijksadelaar op van het oude keizerrijk, als teken van de hoge adellijke status van de familie Van Hoensbroeck. De beide wapenschilden zijn die van Franz Egon von und zu Hoensbroeck en zijn echtgenote Mathilde Franziska von Loë. Normaal gesproken klimt de Hoensbroekse leeuw de andere kant op, maar in een alliantiewapen zou het onhoffelijk zijn om het wapenschild van de echtgenote (de geweerhaakte kram van de Loë’s) de rug toe te keren...
Het vrouwelijke Loë-wapen was zowel dat van Franz Egons echtgenote als van zijn moeder (Alexandrine de Loë, de tante van zijn vrouw). Een andere Loë-verwant, neef Otto Napoleon de Loë (Mheer), schonk in hetzelfde jaar een vaandel aan de harmonie aldaar. Een klein wereldje, de Limburgse adel van die tijd.(JL)

Continue reading

Uitgelicht 5

Joep Leerssen

Aan de aanschaf van een vlag of vaandel gaat heel wat vooraf. Dat  proces is voor deze vlag uit 1928 goed gedocumenteerd, met geaquarelleerde ontwerpen en briefwisseling.
Lees meer onder de foto...

De ontwerper was J.L. van Noorden, eigenaar van een hoeden- en pettenzaak in de Munstraat die in zich ook was gaan toeleggen op uniformen en vaandels. Van Noorden was tevens voorzitter van de Maastrichtse vereniging voor middenstanders. Zijn talent als grafisch vormgever is evident en heeft geleid tot dit schitterend zijden exemplaar in incrustatietechniek (doekdelen in verschillende kleuren als een legpuzzel aan elkaar geborduurd). Het is overigens niet bekend door welk atelier de vlag is uitgevoerd.
In de map met ontwerpen zien we dat aan het uiteindelijke ontwerp diverse pogingen voorafgingen. Aanvankelijk stonden logo en motto van de Middenstandsvereniging centraal. Gaandeweg wordt het kleurenpalet rijker . Ook komen er meer symbolische en allegorische elementen bij: de hoed en staf van de Romeinse handelsgod Mercurius, de Nederlandse en Maastrichtse wapenschilden, een rood-wit-blauwe steunband, een lauwerkrans in natuurlijke kleuren, en een rood-wit zigzagpatroon (denkelijk de Maas in de Maastrichtse stadskleuren). Dat alles in een lila veld, voor een zon in de pauselijke kleuren.
Voor de uitvoering werd gekozen voor zijde, en dan ook nog eens van goede kwaliteit. Van Noorden liet zijdestalen komen van een leverancier in Krefeld, Conrad Bister. Hij wist daar denkelijk als hoedenmaker de weg: Het Museum Amsterdam bewaart een hoge hoed uit zijn winkel, met zijde gevoerd. Krefeld had in de 19e eeuw een bloeiende industrie op dat gebied, ontstaan in het kielzog van de neogotiek. Door de bouw van nieuwe kerken in deze stijl was ook de vraag naar restyling van de Paramentiek (liturgisch doekwerk en gewaden) enorm toegenomen. (DL)

Continue reading

Uitgelicht 4

Joep Leerssen

Vlag van de Dag: nr 4 (4 juni 2021)

Met zijn pastelkleuren is dit vaandel een voorbeeld van de late Belle Époque, die in de Grote Oorlog van 1914-1918 zo bruut aan haar eind zou komen.
[lees meer onder de foto...]

Het Limburgse verenigingsleven bloeit, ook de wat "modernere" vormen van vrijetijdsbesteding. Sport was in opkomst: de eerste Olympische Spelen waren in Athene in 1892 gehouden. De vereniging is RK, dat wel: de letters staan onopvallend maar onmiskenbaar in de bovenhoeken. De fraai gecoiffeerde ranke jongeman, afgebeeld in elegant gymnastiektenue en zwierige houding, is met zijn verfijnd snorretje een aankomende dandy. Hij heeft de plaats van de Maastrichtse stadsengel ingenomen als schildhouder van het stadswapen; de Ster op een rood (in dit geval eerder roze) veld. Maar onder de precieuze stijl schuurt het vaandel: de Nieuwenhof was in deze jaren een weeshuis, “R.K. Gesticht De Nieuwenhof v/h R.K. Armenhuis”. (JL)

Continue reading

Uitgelicht 3

Joep Leerssen

Vlag van de Dag: nr 3 (28 mei 2021)

Een vlag uit het klimaat van de internationale "folk revival" van de jaren-1970.
[lees meer onder de foto...]

Ook bij de Limburgse dorpsjeugd van de babyboom-generatie kwam het tot een heropleving van oude tradities. De Jonkheid van St. Geertruid liet een vaandel ontwerpen door de Banholtse kunstenaar Sjef Hutschemakers, die een kenmerkende neo-expressionistische stijl hanteerde met rustieke en spirituele thema’s – Hutschemakers platteland is meer «ora et labora» dan bier en Breughel. De textielkunstenares Janneke Lahey vervaardigde het vaandel, als prominent vertegenwoordigster van een kunstvorm die toen eveneens een wederopbloei doormaakte. Het vaandel is daarmee sterk representatief voor het culturele klimaat van die periode. De opwaarts strevende figuren rappelleren voor een deel de cramignon-reidans, die in St. Geertruid in die jaren werd opgewekt uit een kwijnend bestaan. Dat de figuren vrouwelijk zijn is opmerkelijk voor een Jonkheidsvaandel! (JL)

Continue reading

Uitgelicht 2

Joep Leerssen

Vlag van de Dag: nr 2 (21 mei 2021)

Een klassieke "drapo”, met de traditionele vorm en versieringen (lauwerkrans, lier)... Maar wat doet dat Turkse wapenschild naast de lier – de ster in de halve maan?
[lees meer onder de foto...]

Vroeger was “Törk” eens schimpnaam waarmee Viltenaren door de bewoners van omliggende dorpen werden betiteld. Rond 1968 werd die naam als geuzennaam door de Viltenaren zelf overgenomen en als erenaam gebruikt – een beetje zoals Amsterdamse Ajax-supporters zichzelf trots “Joden” noemen. Er was een carnavalsschlager met het refrein “Jao Törke, dat zin de luu van Vilt”; en toen de toenmalige harmonie-voorzitter Camiel Roebroeck in 1968 een nieuw vaandel schonk aan de jubilerende harmonie werd het Turkse blazoen ook trots in de lauwerkrans gezet.
Vrolijk multiculturalisme in Vilt!

Continue reading

Uitgelicht 1

Joep Leerssen

Vlag van de Dag: nr 1 (14 mei 2021)

Kan het Roomsche Leven nog Rijker zijn dan dit? Een perfect voorbeeld van de neogothische smaak die gedurende hele 19e eeuw (en zelfs daarna) toonaangevend was in de RK bouwkunst en design, met de Roermondernaar Cuypers voorop.
[lees meer onder de foto...]

Processievaandels als dit waren een integraal onderdeel van de katholieke devotie, die in Limburg haar jaarlijkse hoogtepunt bereikte in de "bronk" of Sacramentsprocessie. Toepasselijk genoeg is dit het vaandel van de Roermondse Sacramentsvereniging, een van de vele devotionele lekengroepen die in parochie-verband het katholicisme ook buiten de zondagse mis een nadrukkelijke aanwezigheid verschaften.

De ornamentiek is meer dan een verfraaiing-in-de-marge, het is de wezenlijke substantie van een voorwerp dat voor 100% uit versieringen bestaat. Het Sacrament wordt in een middeleeuws aandoende voorstelling van de Emmaüsgangers uitgebeeld, met citaten uit de desbetreffende episode in het Lukasevangelie. Daaromheen zijn kwasten, franje, geborduurde wijnranken, een tekst-banderol (gothische letters en in het Latijn, de tweede taal van Katholiek Limburg), een wapenschild, monogrammen en zinnebeelden.

Overdadig als het is, het is wel allemaal beheerst-symmetrisch gerangschikt, met lichte kleuren voor het doek en warme kleuren in de kwasten; en tere groen/blauwe pasteltinten in de centrale voorstelling. Enkele punten frapperen: de omega in het ΑΩ monogram bovenaan staat op zijn kop, dat lijkt nu meer op “AU”! En de liefdevolle, zelf-opofferende pelikaan, links onder, heeft rechts haar evenknie in een ijdele, pralende pauw...(JL)

Continue reading