Uitgelicht 5

Joep Leerssen

Aan de aanschaf van een vlag of vaandel gaat heel wat vooraf. Dat  proces is voor deze vlag uit 1928 goed gedocumenteerd, met geaquarelleerde ontwerpen en briefwisseling.
Lees meer onder de foto...

De ontwerper was J.L. van Noorden, eigenaar van een hoeden- en pettenzaak in de Munstraat die in zich ook was gaan toeleggen op uniformen en vaandels. Van Noorden was tevens voorzitter van de Maastrichtse vereniging voor middenstanders. Zijn talent als grafisch vormgever is evident en heeft geleid tot dit schitterend zijden exemplaar in incrustatietechniek (doekdelen in verschillende kleuren als een legpuzzel aan elkaar geborduurd). Het is overigens niet bekend door welk atelier de vlag is uitgevoerd.
In de map met ontwerpen zien we dat aan het uiteindelijke ontwerp diverse pogingen voorafgingen. Aanvankelijk stonden logo en motto van de Middenstandsvereniging centraal. Gaandeweg wordt het kleurenpalet rijker . Ook komen er meer symbolische en allegorische elementen bij: de hoed en staf van de Romeinse handelsgod Mercurius, de Nederlandse en Maastrichtse wapenschilden, een rood-wit-blauwe steunband, een lauwerkrans in natuurlijke kleuren, en een rood-wit zigzagpatroon (denkelijk de Maas in de Maastrichtse stadskleuren). Dat alles in een lila veld, voor een zon in de pauselijke kleuren.
Voor de uitvoering werd gekozen voor zijde, en dan ook nog eens van goede kwaliteit. Van Noorden liet zijdestalen komen van een leverancier in Krefeld, Conrad Bister. Hij wist daar denkelijk als hoedenmaker de weg: Het Museum Amsterdam bewaart een hoge hoed uit zijn winkel, met zijde gevoerd. Krefeld had in de 19e eeuw een bloeiende industrie op dat gebied, ontstaan in het kielzog van de neogotiek. Door de bouw van nieuwe kerken in deze stijl was ook de vraag naar restyling van de Paramentiek (liturgisch doekwerk en gewaden) enorm toegenomen. (DL)

Latest Blog Posts

Uitgelicht 21

Joep Leerssen

Een kijkopdracht... Op vaandels staan vaak de attributen van de verenigingen afgebeeld, en bij de blaasmuziek is daar vaak een stukje partituur of notenschrift bij. Wat staat daar precies?

Lees verder onder de afbeelding...

Het volkslied, of althans de aanhef ervan! Maar welk volkslied? Bij oudere vaandels, van vóór 1914, is dat vaak het "Wien Neerlands Bloed door d’aadren stroomt, van vreemde smetten vrij"... gedicht door Tollens in 1816. De openingsnoten daarvan zien we terug bij bijvoorbeeld Fanfare St Caecilia van Jabeek. Hun vaandel uit 1910 is precies gekopieerd in 1980 en ook daar staat nog die oude deun.

In de late negentiende eeuw, en zeker in de twintigste, werd dat volkslied van Tollens gaandeweg verdrongen door het oude, eerbiedwaardige en statige Wilhelmus. We zien dat op de afbeelding staan in voorbeelden uit Broekhuizenvorst en Ooijen (1952, en opnieuw 1990) en Simpelveld-Huls (1959). Fanfare Ellona van Ell is bij ons weten de enige vereniging die op haar vaandel de aanhef van het Broensgroen Eikenhout heeft staan.

Continue reading

Uitgelicht 20

Joep Leerssen

Op Kasteel Hoensbroek werd de vlag bewaard van een Poolse sportvereniging, de "Sokół"
Leet verder onder de afbeelding...

We zien een man met een zwierige baret-met-veer (kennelijk de Poolse nationale held Tadeusz Kościuszko, 1748–1817), en een Pools opschrift. Vertaald luidt dat Gymnastiekvereniging “Sokół” in Hoensbroek, opgericht op 16 oktober 1916. De keerzijde van de vlag vertoont de Poolse adelaar, zilver op een rood veld, met het opschrift Cześź Ojczyźnie — Czołem ("Heil, vaderland — saluut").

Sokół ("De Valk") was een federatie van gymnastiekverenigingen die op de leest van de Duitse Turnvereine waren geschoeid. De beweging was rond 1860 ontstaan in Tsjechië, waar de nationaal denkende bevolking niet langer in Duitse clubs wilde meedraaien (en dan vooral niet in de Turnvereine die op dat moment fel Duits-nationalistisch werden). Het uniform met de fraaie baret en de veer weerspiegelt het romantische gedachtengoed. De Sokol werd al spoedig populair in alle Slavische gebieden in Centraal-Europa, die in de 19e eeuw allemaal ondergeschikt waren aan de grote keizerrijken van die tijd. De gymnastiek- en atletiekfeesten van de Sokol-clubs en -federaties werden groeiden tussen 1880 en 1914 uit tot pan-Slavische demonstraties.

Ook in Polen bloeide de Sokol (Poolse woordvariant: Sokół). Polen was in 1916 al meer dan een eeuw lang weggevaagd van de Europese landkaart, opgedeeld tussen Pruisen, Oostenrijk en Rusland. De wens naar Poolse onafhankelijkheid werd wakker gehouden in sporadische opstanden, in de literatuur, de muziek (Chopin), en dus ook in de Sokół. Poolse mijnwerkers in Limburg brachten die cultuur met zich mee naar deze contreien. In 1919, drie jaar na deze vlag, zou de Poolse onafhankelijkheid worden hersteld.

UPDATE: Het vaandel is in maart 2022 overgedragen aan het Nederlansds Mijnmuseum, Heerlen.

(Met dank aan Anne-Rose Orbons, curator van Kasteel Hoensbroek), en Frans Wojciechowski).

Continue reading

Uitgelicht 17

Joep Leerssen

Ter ere van Wereld Dierendag een fraaie compositie van boer, landbouwgewassen, een rund en een paard.

Lees verder onder de afbeelding...

De Limburgse Land- en Tuinbouwbond (LLTB) had al vroeg subsidiaire organisaties voor de vrouwen (de roemruchte "Boerinnenbond", thans "ZijActief" en voor de opgroeiende generatie. De "Jonge Boeren" zouden in veel Limburgse dorpen de rol spelen van een soort Jonkheid, zij het met een duidelijk agrarische toonzetting. In het Katholieke Limburg van de jaren 1920-1950 waren de vaandels van de Jonge Boeren vaak sterk religieus van toonzetting, met de patroonheilige Isidorus prominent in beeld, de symbolische combinatie van kruisbeeld en dageraad,  en vaak het motto "trouw het kruis, trouw de ploeg". [....]

Continue reading