Uitgelicht 21

Joep Leerssen

Een kijkopdracht... Op vaandels staan vaak de attributen van de verenigingen afgebeeld, en bij de blaasmuziek is daar vaak een stukje partituur of notenschrift bij. Wat staat daar precies?

Lees verder onder de afbeelding...

Het volkslied, of althans de aanhef ervan! Maar welk volkslied? Bij oudere vaandels, van vóór 1914, is dat vaak het "Wien Neerlands Bloed door d’aadren stroomt, van vreemde smetten vrij"... gedicht door Tollens in 1816. De openingsnoten daarvan zien we terug bij bijvoorbeeld Fanfare St Caecilia van Jabeek. Hun vaandel uit 1910 is precies gekopieerd in 1980 en ook daar staat nog die oude deun.

In de late negentiende eeuw, en zeker in de twintigste, werd dat volkslied van Tollens gaandeweg verdrongen door het oude, eerbiedwaardige en statige Wilhelmus. We zien dat op de afbeelding staan in voorbeelden uit Broekhuizenvorst en Ooijen (1952, en opnieuw 1990) en Simpelveld-Huls (1959). Fanfare Ellona van Ell is bij ons weten de enige vereniging die op haar vaandel de aanhef van het Broensgroen Eikenhout heeft staan.

Continue reading

Uitgelicht 20

Joep Leerssen

Op Kasteel Hoensbroek werd de vlag bewaard van een Poolse sportvereniging, de "Sokół"
Leet verder onder de afbeelding...

We zien een man met een zwierige baret-met-veer (kennelijk de Poolse nationale held Tadeusz Kościuszko, 1748–1817), en een Pools opschrift. Vertaald luidt dat Gymnastiekvereniging “Sokół” in Hoensbroek, opgericht op 16 oktober 1916. De keerzijde van de vlag vertoont de Poolse adelaar, zilver op een rood veld, met het opschrift Cześź Ojczyźnie — Czołem ("Heil, vaderland — saluut").

Sokół ("De Valk") was een federatie van gymnastiekverenigingen die op de leest van de Duitse Turnvereine waren geschoeid. De beweging was rond 1860 ontstaan in Tsjechië, waar de nationaal denkende bevolking niet langer in Duitse clubs wilde meedraaien (en dan vooral niet in de Turnvereine die op dat moment fel Duits-nationalistisch werden). Het uniform met de fraaie baret en de veer weerspiegelt het romantische gedachtengoed. De Sokol werd al spoedig populair in alle Slavische gebieden in Centraal-Europa, die in de 19e eeuw allemaal ondergeschikt waren aan de grote keizerrijken van die tijd. De gymnastiek- en atletiekfeesten van de Sokol-clubs en -federaties werden groeiden tussen 1880 en 1914 uit tot pan-Slavische demonstraties.

Ook in Polen bloeide de Sokol (Poolse woordvariant: Sokół). Polen was in 1916 al meer dan een eeuw lang weggevaagd van de Europese landkaart, opgedeeld tussen Pruisen, Oostenrijk en Rusland. De wens naar Poolse onafhankelijkheid werd wakker gehouden in sporadische opstanden, in de literatuur, de muziek (Chopin), en dus ook in de Sokół. Poolse mijnwerkers in Limburg brachten die cultuur met zich mee naar deze contreien. In 1919, drie jaar na deze vlag, zou de Poolse onafhankelijkheid worden hersteld.

UPDATE: Het vaandel is in maart 2022 overgedragen aan het Nederlansds Mijnmuseum, Heerlen.

(Met dank aan Anne-Rose Orbons, curator van Kasteel Hoensbroek), en Frans Wojciechowski).

Continue reading

Uitgelicht 17

Joep Leerssen

Ter ere van Wereld Dierendag een fraaie compositie van boer, landbouwgewassen, een rund en een paard.

Lees verder onder de afbeelding...

De Limburgse Land- en Tuinbouwbond (LLTB) had al vroeg subsidiaire organisaties voor de vrouwen (de roemruchte "Boerinnenbond", thans "ZijActief" en voor de opgroeiende generatie. De "Jonge Boeren" zouden in veel Limburgse dorpen de rol spelen van een soort Jonkheid, zij het met een duidelijk agrarische toonzetting. In het Katholieke Limburg van de jaren 1920-1950 waren de vaandels van de Jonge Boeren vaak sterk religieus van toonzetting, met de patroonheilige Isidorus prominent in beeld, de symbolische combinatie van kruisbeeld en dageraad,  en vaak het motto "trouw het kruis, trouw de ploeg". [....]

Continue reading

Uitgelicht 19

Joep Leerssen

Identiteitspolitiek... hoe verdringen de wapenschilden en de landskleuren elkaar op de vlaggen van Schutterij St. Gertrudis Amstenrade?

Lees verder onder de afbeelding...

Hier is veel te genieten voor de heraldisch geïnteresseerde toeschouwer. De schutspatrones van de schutterij (en van de gemeente Amstenrade) heeft haar attributen (de abdissenstaf waarlangs muizen opklimmen) en houdt het wapenschild vast van de gemeente Amstenrade. Dat is gedeeld: het slangenkruis van het roemruchte adelsgeslacht Huyn van Amstenrade (het komt ook voor op de wapenschilden van andere plaatsen in de streek) staat naast het blazoen van de grafelijke familie De Marchant d'Ansembourg, sinds lang kasteelheren op Amstenrade en beschermheren van de schutterij. Het volledige wapen van die familie staat daarnaast nogmaals afgebeeld, en aan de andere kant het Nederlandse rijkswapen.

En dat alles in een rood-wit-blauwe setting met rood-wit-blauwe en oranje franje en oranje belettering... Het is duidelijk: hier houden plaatselijke en landelijke loyaliteitsbetuigingingen elkaar in evenwicht. Die balanceer-traditie is op de diverse vlaggen van de schutterij terug te volgen tot in 1920, een jaar waarin het politiek spookte in Limburg. Er waren annexatie-eisen vanuit België, die teruggingen op schadeclaims vanuit de Eerste Wereldoorlog en op het onverwerkte probleem van de provinciedeling in 1839. Door de Nederlandse overheid werd een omvangrijke campagne van pro-Nederlandse en Orangistische loyalitetsbetuigingen georkestreerd, en op de vaandels uit deze jaren zien we daar vaak de echo's van. De keerzijde van het Amstenraadse vaandel uit 1920 laat een door sinaasappeltakken omkranste letter W (van "Wilhelmina") zien, en toen zijn ook de rood-wit-blauwe kleuren in zwang gekomen.  Dat ontwerp is sindsdien een beetje standaard geworden voor de vlaggen van St. Gertrudis.

Althans, tot op dit exemplaar uit 1961. Op het exemplaar uit 2020 is het Nederlandse rijkswapen van 1961 vervangen door het Limburgse provinciewapen... En trouwens — in 1920 stond daar de rode leeuw van het oude Hertogdom Limburg...

Continue reading

Uitgelicht 18

Joep Leerssen

Een gebatikte vlag in de smaak van de jaren-1950

Lees verder onder de afbeelding...

De vlag dateert uit 1953 en is gesigneerd met het monogram AS, mogelijk Arthur Sproncken. De techniek is batik, een Aziatische textielverving met behulp van gesmolten was. De robuuste en plastische voorstelling van de drakendoder St. Joris weerspiegelt Spronckens voorliefde voor paarden.[....]

Continue reading

Uitgelicht 16

Joep Leerssen

Een pronkjuweeel van neogothische praal en praal: de Koninklijke Harmonie van Thorn draagt al haar fierheid uit.

Lees verder onder de afbeelding...

In de opvallende vlaggekroon, boven de medaillekrans, staat het traditioneel aangehouden oprichtingsjaar, dat ook onderaan wordt herhaald. Daartussenin, in een overdaad aan goudborduursel met krachtige contourlijnen, de wapenschilden van Thorn en Nederland. De banderol met de korpsnaam scheidt het doek optisch twee helften. Daardoor, en ook door de sierkoorden, wordt het ranke verticale aspect benadrukt. De donkere, deftige achtergrondkleur biedt een diep contrast.

Het oorspronkelijke ontwerp uit 1866 werd in 1962 (dus bij de viering van het 150-jaring jubileum) gerestaureerd door een van de meest vooraanstaande ateliers op dit gebied, de Dominicanessen van Bethanië in Venlo.

Continue reading

Uitgelicht 15

Joep Leerssen

Bij het begin van het nieuwe schooljaar past een herinnering aan het Limburgse patronaatsverleden! Hier het vaandel van het Aloysiuspatronaat van Baarlo.
Lees verder onder de afbeelding...

Patronaten waren katholieke jeugdcentra voor kinderen van twaalf jaar en ouder. Naast opbouwende vrijetijdsactiviteiten en natuurlijk een behoorlijke dosis religieuze vorming gaven ze ook een zekere scholing aan die kinderen die na het verlaten van de Lagere School en het beëindigen van de leerplicht niet langer voortgezet onderwijs volgden; dat waren dus in feite kinderen uit de arbeidersklasse.

Aloysius was (naast bijv. Tarcisius) een van de populaire "jongensheiligen" uit het Rijke Roomsche Leven. Hij zag af van zijn adellijke voorrechten om Jezuiet te worden, wijdde zich aan de ziekenzorg en stierf op 23-jarige leeftijd in 1591. Dit vaandel beeldt hem af in de renaissancedracht van een jongeman uit de Italiaanse aristocratie.

Het vaandel is een productie uit de werkplaats van Leo Peters. In zijn ouderlijk huis was hem het ambacht van de decoratieve kunsten met de paplepel ingegoten; ook broer Franz en zuster Minna werkten in deze branche. Leo vestigde zich over de grens in het populaire bedevaartsoord Kevelaer, waar hij een veelgevraagd vaandel- en paramentenatelier dreef. De kenmerkende stijl van Kunststickerei Peters is ook op dit vaandel te zien: geschilderde afbeeldingen die doen denken aan de (voor religieuze decoratie traditionele) barok of neogothiek, maar met ornamenten die op de rand van Jugendstil en art nouveau balanceren. (DL/JL)

Continue reading

Uitgelicht 14

Joep Leerssen

Na de "Verdwenen Vlag” van vorige week nu een gelijksoortige exemplaar, dat wel goed bewaard is gebleven. Opnieuw een St. Barbara ondergronds.
Lees verder onder de afbeelding...

Het opschrift is in een taal die op de gemiddelde Limburger vreemd zal overkomen: dit is het vaandel van de "Sloveense Vereniging St. Barbara". De mijnen trokken vanaf het begin arbeid aan vanuit andere landen, en vaak waren dat katholieke landen uit Centraal-Europa: Polen, Tsjechoslowakije of Slovenië. De religie en het ambacht waren punten van gemeenschappelijkheid die voor deze nieuwkomers de “inburgering" in de katholieke Mijnstreek relatief vergemakkelijkten. Beide staan op dit vaandel.

We zien de schutspatrones van mensen in een benarde omgeving, en dus ook van menige mijnwerkersvereniging, afgebeeld in een pijler aan het kolenfront. Ze verschijnt aan een gewonde of uitgeputte kompel en reikt hem een hostie aan. De mijnlamp die de achtergrond verlicht verbeeldt ook het attribuut van de heilige: de toren waarin ze volgens de legende was opgesloten.

Onder de naam van de vereniging bevindt zich, tegen de achtergrond van een stralende zon, een afbeelding van twee verstrengelde handen, symbool van onderlinge hulpverlening. De lier daaronder verwijst naar de culturele doelstelling van de vereniging: het levend houden van de Sloveense tradities. Op deze lier zien we de gekruiste “hamer en houweel”, het traditionele mijnwerkerssymbool, en het oprichtingsjaar. Onderaan de vlag het wapenschild van het Koninkrijk van Serviërs, Kroaten en Slovenen, de op 1 december 1918 uitgeroepen voorloperstaat van het latere Joegoslavië.

De vlag is linksonder gesigneerd “Math. Lommen, Schaesberg 1925”; de kleurrijke, symbolistische stijl is kenmerkend voor dit veel gevraagde atelier.

Continue reading

Uitgelicht 13

Joep Leerssen

Een Verdwenen Vlag

Onze "Vlag van de Dag"-reeks is aan nummer 13 toegekomen, het ongeluksgetal. Daarom een vlag met een Probleem!
Lees meer onder de foto...

Voor de in 1907 opgerichte Nederlandse RK Mijnwerkersbond werd in 1927 een nieuwe vlag vervaardigd. Het weekblad De Mijnwerker van 24-9-1927 gaf in een uitgebreid artikel verslag van het wijdingsfeest. Het ontwerp en de uitvoering waren van de hand van Jos. Postmes, de eerste directeur van de Kunstnijverheidsschool te Maastricht.

De zijden vlag vertoont in de voor die periode kenmerkende art déco-stijl een kloeke kompel aan het werk, verlicht door een mijnlamp in de ene hoek en met een beschermend toekijkende H. Barbara in de andere. De vlag is uitgevoerd in de destijds zeer populaire batik-techniek, een van oorsprong Javaanse textieldecoratie die in Nederland vanuit de Indonesische koloniën had postgevat.

In 1953 werd de vlag in een krantenbericht vermeld;  ze was inmiddels 25 jaar oud en, zo stelde het artikel, aan vervanging toe. Daarna verdwijnt ieder spoor...

Continue reading

Uitgelicht 12

Joep Leerssen

Komkommertijd!

Goed moment om wat aandacht aan de boerenverenigingen te besteden, in het bijzonder aan de vlag van de R.K. Jonge Boeren en Tuinders in Buggenum.
Lees meer onder de foto...

De vlag draagt het motto van de Jonge Boeren, “Trouw het kruis, trouw de ploeg”, die we ook bij andere afdelingen tegenkomen, met bovendien de aansporing “Houvast”.

Vlaggen en vaandels van de boerenbeweging zijn vaak het product van gedreven huisvlijt. De aanschaf van een professioneel vervaardigd exemplaar was een kostbare aangelegenheid. Met name bij de afdelingen van de Jonge Boeren (alsook bij de Limburgse Boerinnenbond) zien daarom vaak zelfgemaakte vlaggen. Soms geen hoogstaande kunt naar professionele maatstaven, maar ze zijn daarom niet minder serieus te nemen, integendeel. Het vertelt ons iets over de maatschappelijke positie van deze beroepsgroep. De beroepsdichtheid van deze jonge starters was maar klein waardoor de financiering van een eigen boegbeeld beperkt was. Als zich in de eigen gelederen een artistiek aangelegd lid bereid toonde de vervaardiging op zich te nemen, kon men al snel over een fraaie vlag beschikken.

De voorstelling op deze “vlag van de dag” is wat naïef van stijl, vooral de boer en zijn paard. De omlijsting is weelderig gedecoreerd met gestileerde lauwertakken waarin de woorden speels zijn geplaatst. Het woordje “jonge” is wegens plaatsgebrek onder de tekst gezet, en ook "kruis" en "ploeg" hebben met krapte te kampen.

De kerk op de achtergrond vertelt ons dat de vlag vooroorlogs moet zijn; in WO II werd de Buggenumse kerktoren namelijk opgeblazen en vernieuwd na 1945.  (DL)

Continue reading