Achtergrondinformatie over vlaggen en vaandels

  1. Wat is een vaandel, wat is een vlag?
  2. Parochies en muziekverenigingen sinds de 19e eeuw: De doorwerking van de neogotiek
  3. Standen, werklieden, land- en mijnbouw: 20e-eeuws design
  4. Daar komen de schutters: Vliegende vaandels en neo-traditionalisme
  5. Door wie werden vlaggen en vaandels gemaakt, en waar?
  6. Prijs en kwaliteit
  7. Technieken

2. Parochies en muziekverenigingen sinds de 19e eeuw: De doorwerking van de neogotiek

Ook in Limburg vertoont het stadsleven vanaf de late 18e eeuw tekenen van burgerlijke genootschappelijkheid: herensociëteiten, culturele en politieke clubs, toneelgezelschappen. Maar het straatbeeld wordt zowel in de stad als op het platteland beheerst door het kerkelijk leven, met name rond de processies. Deze waren op veel plaatsen verboden geweest onder het Protestantse bewind van de Verenigde Provinciën, maar waren onder Napoleon in heel Limburg weer toegestaan. Ze bleven ook na Waterloo een zichtbaar element van het cultuurleven. Het negentiende-eeuwse Katholicisme droeg zijn identiteit uit met een weelderige visuele cultuur, die ten dele de Barok voortzette en ten dele een revival van de middeleeuwse gotiek cultiveerde. Met name het architecten- en designatelier van Cuypers in Roermond was een centrum van neogotische stilering.  De vroegste vaandels op de Limburgse straten waren processievaandels, en ze waren in een barokke of neogotische stijl. Ook al kwamen er later nieuwe, modernere stijlen overheen, de neogotische/neobarokke stijl bleef lang beeldbepalend.

De katholieke cultuur volgde grotendeels het algemene patroon voor verzuild Nederland en het ‘Rijke Roomsche Leven’. Maar juist in Limburg speelde de kerk een prominente rol omdat de grenzen van het Bisdom Roermond geheel samenvielen met die van de Provincie Limburg. Dat betekende dat parochies van Eijsden tot de Mookerhei deel uitmaakten van gezamenlijk beleid. Tussen die parochies en woongemeenschappen konden sterke kruisbestuivingen plaatsvinden. De opkomst van het verenigingsleven was aanvankelijk een sterk door de parochies gestuurde en beleefde aangelegenheid, beginnend met de harmonieorkesten. De oudste van hen hadden vaak dwarsverbanden met de kerkelijke zangkoren, die vanaf het midden van de 19e eeuw opkwamen. Onder meer om die reden dragen zo veel Limburgse muziekverenigingen de naam van de schutspatrones St. Cecilia: zij was het boegbeeld van de katholieke muziekrevival in de 19e-eeuw, waaruit die verenigingen zijn voortgekomen. De andere dragen vaak de name van de lokale parochieheilige.

Het patroon zette zich voort in de twintigste eeuw. Want ook in het kader van de opkomende industrialisering en de stichting van nieuwe rectoraten en parochies in de Mijnstreek werden vrijetijdsverenigingen meestal op dat niveau georganiseerd. Ook in de steden hadden de diverse buitenwijken (met hun eigen parochies) hun eigen verenigingen. In Kerkrade hielden Chèvremont en Spekholzerheide die functie, in Maastricht St. Pieter en Wolder. Ook de mijnwerkersverenigingen hielden in hun lokalisme die sterke plaatselijke band staande.

De Limburgse harmonieën hebben doorgaans vastgehouden aan het vaandel-model uit de late negentiende eeuw. Vaak werd een versleten vaandel zo getrouw mogelijk gekopieerd in een nieuw exemplaar. De vormentaal met elementen als lier, wapenschild, figuur van de schutspatroon, of op elkaar geborduurde muziekinstrumenten komen vaak onveranderd terug. Er is weinig behoefte aan originaliteit of frivoliteit: de muziekbeoefening wordt serieus genomen en men is trots op de bestendigheid van het korps en zijn tradities. Ook andersoortige verenigingen zoals de gereformeerde “Harpe Davids” uit Treebeek gebruiken de klassieke vaandelvorm, zij het met meer ingetogen soberheid van design.

Een vaandel, zo lijkt het wel, is geen medium voor avant-garde-experimenten. Des te verrassender is het om soms innovatieve variaties te zien, zoals de herinterpretatie van St. Cecilia als eigentijdse power-meid met dwarsfluit (Harmonie St. Cecilia Geleen, 2011).


Deze informatietekst kan als PDF-brochure worden gedownload. KLIK HIER.